Listing 1 - 10 of 2615 | << page >> |
Sort by
|
Choose an application
Choose an application
In Pizza peperkoek beschrijft Luuk Gruwez hoe de dichter de contratenor van de literatuur is. "Mannen zonder kloten (...) die seksueel hoogstens te kwalificeren zijn als schitterende nichten en als man misschien weinig imposant lijken, maar die dragers zijn van de lichte angst en de verslavende melancholie die beluisterbare schoonheid inboezemt.' De beluisterbare schoonheid is wat Gruwez aantrekt in de poëzie. Het is de schoonheid waarmee de dichter de liefde opluistert. Want het begin van alle lyriek is de liefdeslyriek. De zang van de vogels voor de paring. Dichten om harten te veroveren: het is wat elke dichter doet.
Choose an application
Ce recueil de poèmes parcourt la Barthelasse, une île fluviale située sur le Rhône, entre Avignon et Villeneuve-lès-Avignon.
Choose an application
Geen delicatessen' is de tweede Hans Groenewegenlezing en gaat over de vraag der vragen: waarom, in hemelsnaam, poëzie schrijven en lezen? Wat heeft poëzie te betekenen, te beduiden, te signaleren? Erik Spinoy zoekt het uit, in een korte maar scherpe tekst die lucide de eigen positie bepaalt en uitlegt waarom bewonderde voorbeelden en gekoesterde teksten hem zo na aan het hart liggen.0Erik Spinoy (1960) is dichter, essayist en hoogleraar Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Luik. Hij debuteerde in 1986 en publiceerde sindsdien een tiental gedichtenbundels, waaronder het met de Jan Campertprijs bekroonde 'Dode kamer' (2011) en 'Nu is al te laat' (2015). In 2012 publiceerde hij het gedichtendagessay 'As/zteken'.
Choose an application
In 'Geachte afwezigen', een bundel met essays over poëzie, onderzoekt Peter van Lier zijn eigen poëtische fascinaties, die hij vervolgens in een ruimere context plaatst. Het boek houdt zich bezig met een gemis, bestrijdt de leegte die het geestesklimaat van het postmodernisme heeft veroorzaakt. De auteur herkent zijn strijd bij dichtende generatiegenoten en zoekt steun bij een voorgaande generatie dichters. In het werk van Gerrit Kouwenaar, Hans Faverey en Kees Ouwens leek het contact met de dingen in de wereld al verloren. Concentratie op de taal en het bewustzijn was de inzet van hun poëzie. Maar juist bij deze drie dichters is een omslag in hun oeuvre aanwezig, die de taal weer relateert aan de werkelijkheid. In een zo helder mogelijke stijl, zonder jargon, tracht Van Lier zijn filosofische intuïties en poëtische bevindingen te verwoorden. De werkelijkheid wint weer terrein in ons voelen en denken na het lezen van dit boek. Peter van Lier (1960) studeerde filosofie en ontwikkelde zich daarna als dichter en essayist. In 1994 verscheen het filosofische essay 'Van absurdisme tot mystiek', in 1995 zijn eerste gedichtenbundel: 'Miniem gebaar' (Prijs van De Vlaamse Gids). In 1998 volgde 'Gegroet o...' (Jan Campert-prijs) en in 2016 zijn meest recente, zesde bundel: 'Laaglandse remedies'.
Choose an application
Dit boek brengt de onvermoeibaar curiosa opsporende, haast achternadichtende poëziecommentaren samen die Michel Bartosik (21-3-1948 - 1-2-2008) de laatste vijf jaar van zijn leven schreef voor de gelijknamige rubriek in het tijdschrift 'Poëziekrant'. Hij stond in hoog aanzien bij vakgenoten, en dit lang niet alleen bij de pink-poetsbent. Zo plaatste Erik Spinoy in zijn nawoord bij 'Schroomruil', de publicatie van Bartosiks verzamelde lyriek, de dichtbundel 'Rigor Mortis' (1980) nog op dezelfde eenzame, canonieke hoogte als 'Chrysanten', 'roeiers' van Hans Faverey. En de ongrijpbare Jacques Hamelink, die met zijn ontzagwekkend oeuvre verder bijna iedereen anders op afstand wist (en weet) te houden, vereerde hem ooit als zijn lievelingslezer (en vriend) met verschillende versregels, waaronder 'iets (en haast niets) / dat ik ook gezien had, maar dat jij greep', de voor deze selecte essaybundel misschien wel meest relevante. Als ¨oëziedocent en ervaringsdeskundige aan de VUB/ULB werd Michel Bartosik, overtuigd fijnzinnig en innemend humanist, op handen gedragen door zijn publiek. Bestemd voor veeleisende liefhebbers van het genre, beginnelingen zowel als gevorderden, die zich in hun lectuur ge- of herrijkt willen weten. Op een gepast tijdstip uitgebracht bovendien: Poëziecentrum wil hiermee, in het herdenkingsjaar 2018, hulde brengen aan een notoir huldeschuwe medewerker, wiens bijdragen niet hogelijk genoeg kunnen worden aangeprezen.-- Back cover.
Choose an application
Annotation Nonnos of Panopolis in Egypt, who lived in the fifth century of our era, composed the last great epic poem of antiquity. The Dionysiaca, in 48 books, has for its chief theme the expedition of Dionysus against the Indians; but the poet contrives to include all the adventures of the god (as well as much other mythological lore) in a narrative which begins with chaos in heaven and ends with the apotheosis of Ariadne's crown. The wild ecstasy inspired by the god is certainly reflected in the poet's style, which is baroque, extravagant, and unrestrained. It seems that Nonnos was in later years converted to Christianity, for in marked contrast to the Dionysiaca, a poem dealing unreservedly with classical myths and redolent of a pagan outlook, there is extant and ascribed to him a hexameter paraphrase of the Gospel of John. The Loeb Classical Library edition of the Dionysiaca is in three volumes.
Choose an application
Choose an application
Poetry --- Authorship. --- Poetry - Authorship.
Choose an application
Listing 1 - 10 of 2615 | << page >> |
Sort by
|